Bevallen en opstaan. Deel 5: 3 situaties die achteraf heel grappig waren maar tijdens de bevalling totaal niet

Januari 2017.

1. De spatiefouten

Je kunt niets hebben als je pijn hebt. Het geluid van een zoemende koelkast, de pindakaasadem van je vriend. Het moet weg, want het haalt je uit je concentratie. Een vriendin vertelde me dat er tijdens haar bevalling een verpleegkundige onwijs aan het kutten was met een laptop. Ze kreeg iets niet goed ingevoerd of zo. Het was té irritant, dus ze riep hardop ‘Die vrouw moet weg!’ Waar die vrouw bij was. Bij mij had het, hoe kan het ook anders, met taal te maken. Het was op de eerste avond, toen Jelmar naar huis was en het de bedoeling was dat ik in m’n eentje een nacht ging slapen (hahaha) in het ziekenhuis. Ik banjerde rond met m’n weeën in de eenpersoonskamer die ze nog ergens voor me hadden en wachtte tot de pijnstilling en het slaapmiddel zouden gaan werken. En toen zag ik het. Op de muur, naast een apparaat. Ik weet achteraf niet meer precies wat er stond, maar het was volgens mij iets als ‘bij hart falen het nood signaal inschakelen’. Hart falen. Nood signaal. Ik werd gek. Dit was een academisch ziekenhuis! En er stonden spatiefouten op de muur! Hoe kun je in hemelsnaam ergens werken waar dit op de muur staat? Hoe lang staat dit er al? Waarom heeft niemand hier iets aan gedaan? Als ze dit al niet kunnen, hoe moet het dan ooit goedkomen met mijn bevalling??!!1!

God, wat ben ik achteraf blij dat er op dat moment niemand in m’n buurt was, want ik vrees dat ik van het personeel had geëist om dit direct op te lossen.

2. De man met de step ging eerst naar iemand anders

Ik wilde een ruggenprik. En ik zou ‘m krijgen. Hoezee. Er was alleen één dingetje. Het was midden in de nacht en de anesthesist moest uit het UMC komen en we bevonden ons in het WKZ. De ziekenhuizen staan dicht bij elkaar, maar er zitten wel een paar straten tussen. Hoe ging dit goed komen? Een verpleegkundige vertelde me over de tunnel tussen de twee ziekenhuizen. Artsen gebruiken hem als ze snel van het ene naar het andere ziekenhuis moeten. Dat doen ze niet lopend, want dat zou veel te langzaam gaan. Nee, ze pakken de step. Het wachten was dus op een man die met een step door een tunnel mijn kant op zou komen. En dat duurde lang. Ik was inmiddels zo ver dat ik het geen minuut meer volhield, maar de man met de step was onderweg. Ik visualiseerde dat hij met een rotgang door die tunnel racete, zijn haren wapperend achter hem aan. ‘Hij is er! Ik heb hem gezien hoor,’ riep de verpleegkundige op een gegeven moment. Ik jankte van geluk. De verlossing was nabij. ‘Maar hij gaat eerst naar een andere patiënt,’ ging ze verder. Wat?! Nee! Waarom? Wat volgde was een woede-uitbarsting, gericht op al het personeel om me heen. Waarom ging de man met de step naar iemand anders? Wat was er zo bijzonder aan diegene dat die eerst mocht? Waarom? Hij moest nu hier komen! Ga hem halen! Iemand! Doe iets!

Ja, hoogtepuntje was dit hoor.

3. Nieks hoofd tegen het tentraampje

Ik zal ook nog een keer een blog schrijven met de details van de keizersnee maar je moet voor nu maar even van me aannemen dat J en ik niet gezien hebben hoe mijn buik werd opengesneden en Niek eruit werd gehaald. Er zat namelijk een groen scherm voor. Toen Niek er eenmaal was, ging er een luikje in dat scherm open waar een stuk plastic voor zat. Je kunt het het best vergelijken met een tentraampje. Nog voordat Niek geluid had gemaakt, drukte iemand zijn gezicht tegen dat tentraampje aan en tilde iemand anders mijn hoofd op. ‘Geef hem maar een kusje!’ werd er gezegd. Maar dat wilde ik helemaal niet want het enige dat ik zag was Nieks mond, neus en zijn opengesperde ogen tegen dat plastic aangeduwd. Op een paar centimeter afstand. Het was een absurd gezicht. ‘Haal ‘m weg van dat plastic! Hij moet ademen!’ zei ik. Maar het stond blijkbaar in het script dat dit het moment was waarop de moeder de baby een kusje geeft want iedereen wilde heel graag dat ik het deed. Nou, een kusje dan maar. Op het plastic. Op het vreemde, strakgetrokken hoofdje van Niek. Toen ze hem weer optilden, ging-ie keihard janken.

Ja, wat wil je als iemand je gezicht tegen een stuk plastic aan duwt…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.