Het is nu ongeveer een jaar geleden dat ik de cursus ‘Eerste hulp aan baby’s en kinderen’ deed. Het waren geloof ik vier of vijf woensdagavonden, van 19 tot 22, in een kinderdagverblijf aan de andere kant van de stad, waar we met een groep van twintig ouders op Stokke Tripp Trapps zaten in een lokaal waar het naar schoonmaakmiddel rook en waar ook een zweem van viezeluiergeur en billendoekjes hing. Zoals het altijd ruikt op de kinderopvang eigenlijk.
De cursus werd gegeven door een echtpaar dat zo weg leek gelopen van de set van We zijn er bijna. De zestig gepasseerd en zo op elkaar ingespeeld dat ze elkaars zinnen afmaakten en grappen maakten waarbij de een de aangever was en de ander hem inkopte. Maar ook waren ze bloedserieus over alles wat met eerste hulp te maken had. EHBO was hun lust en hun leven. Zet daar een groep dertigers met slaaptekort tegenover en de hilariteit is compleet.
Maar zo hilarisch is het natuurlijk niet als je kind dreigt te stikken of verdrinken of je een bot uit een arm ziet steken. Toen we begonnen met een voorstelrondje waarbij je NIET hoefde te vertellen waarom je mee deed maar iedereen dat tóch deed, bleek ik vrijwel de enige die nog nooit iets heftigs had meegemaakt. De meeste ouders zaten er omdat er een peuter een voet tussen de spaken had gekregen / door een glazen deur was gevallen / bijna stikte in een viltstiftdop / een tube tandpasta had gegeten (grotemensentandpasta, niet die zoete Woezel & Pip-smurrie) en ze niet wisten wat ze moesten doen. (Ook was er een moeder die net een maand geleden was bevallen en waarvan we allemaal zwaar onder de indruk waren dat ze zich had aangekleed, haar haar had gekamd en naar de cursus was gefietst. En een vader waarvan ik me de hele cursus afvroeg waar ik hem ook alweer van kende, waarschijnlijk ‘van het uitgaan’, want als ik m’n ogen samenkneep zag ik ‘m dansend voor me met bier in zijn hand, in plaats van met een plastic bekertje lauwe koffie, dus ik heb maar niets gezegd).
Anyways, ik vond eerst dat ik vrij laat was met de cursus met een zoon van vijf maanden maar ik was er in ieder geval nog voor het kalf verdronken was en dat bleek al een prestatie op zich. In de weken die volgden lagen we beurtelings op de grond terwijl iemand anders ons verantwoord wegsleepte (geen idee meer hoe dat heet) of in een stabiele zijligging manoeuvreerde. En we pakten elkaar in in rollen verband terwijl we vroegen of het nog ging. Ook oefenden we veel met babypoppen. Die moest je dan bijvoorbeeld op hun buik op je schoot leggen en er dan met je hand een dropje uit slaan. Of reanimeren. Wat ik behoorlijk heftig vond, want ik dacht de hele tijd: ik wíl helemaal geen baby reanimeren. En we leerden over giftige planten (bijna alles in je tuin, geen beginnen aan…) en dat van die wasmiddelcapsules de duivel zijn want die zien eruit als snoepjes en richten onherstelbare schade aan de slokdarm aan. We rondden het af met een toets.
Nu heb ik gelukkig geen brokkenpiloot thuis. Dat hij nog niet loopt scheelt een hoop. Ook heeft hij nooit een koortsstuip of zo gehad en is hij nooit van de commode gedonderd. En ik ben misschien (door die cursus?) een beetje te voorzichtig met grote stukken eten (een druif past precies in de luchtpijp van een kind. Altijd halveren in de lengte). Maar nu hij zich kan optrekken en kan lopen langs tafels, banken en trappen, begint het gestuntel. Ik keek afgelopen zondag één seconde de andere kant op en hoorde een harde klap. Hij viel met zijn hoofd op een rand en heeft nu een blauw oog. Een uur erna kreeg hij zijn duim onder een pianodeksel. Een blauw oog én een rode duim.
Ik heb de reader er inmiddels weer bij gepakt, want zo’n cursus heeft alleen zin als je onthoudt wat je moet doen. En natuurlijk ging ik het de volgende dag gelijk uitleggen aan de leidsters op het kinderdagverblijf (Hij viel! Ik keek 1 seconde niet!). Ze stonden allebei te knikken. ‘Ja, het is begonnen!’ zeiden ze. ‘Dit is het eerste blauwe oog. En er zullen er nog vele volgen.’ Alsof ik een soort medaille had behaald. Welkom in de wereld van blauwoog/tanddoordelip/gatinhethoofd/duimtussendedeur. Laten we hopen dat het nooit heel veel erger wordt.
Op dat je maar geen strippenkaart hoeft aan te vragen bij het ziekenhuis😉
Dat hoop ik ook!
Goed stuk!
Dank je!