Het meisje in de trein

Toen de zoon er nog niet zo lang was, zat ik een keer in mijn eentje in de trein. Het was half negen ’s avonds. Tegenover me zat een stel met een klein kind. Ik gok een jaar of één. Het meisje zat ongeveer een minuut lang braaf op schoot en toen begon het gedoe. Ze moest huilen, werd boos, gooide mijn thee om… De ouders hadden niets bij zich om haar in te installeren. Geen wagen, geen buggy, geen draagzak. De vader liep rondjes met haar, kwam weer terug. De moeder ging het even proberen. ‘Ze blijft maar huilen.’ Ja, dacht ik. Vind je het gek? Het is verdomme half negen. Dat kind hoort om zeven uur in bed te liggen. Wat doen jullie in een fokking trein? Ik zei natuurlijk niets maar appte er wel over met mijn vriend en het kan zijn dat ik mijn wenkbrauwen een keer naar ze heb opgetrokken.

Een jaar later. Het is bijna negen uur ’s avonds. We zitten in de bus met een oververmoeide, overprikkelde jongen van één. Wat vooraf ging: we waren bij mijn ouders, die hun verjaardag vierden. Alles ging goed. Hij deed een middagslaapje en was vrolijk en om een uur of vijf dacht ik: we gaan zo even wat eten en dan naar huis. Maar het eten was pas veel later klaar. Bloedheet weer, een tuin met een zwembadje en rennende neefjes en nichtjes, opa die iets later dan gepland begint met koken. En een zoon die vervolgens niets wilde eten. Een banaan en wat brood. Meer ging er niet in. Het was bloedheet. Had ik dat al gezegd?

Mijn ouders wonen in een dorp, achter het station. Het plan was: hup, alles in de buggy, van het dorp met de trein naar de stad en dan weer in een trein naar onze eigen stad. We pakten onze spullen, babyfoon, luiers, beertje waar is beertje, moet-ie nog verschoond, doe maar wel, waar zijn z’n slippers, waar is z’n pet, water voor onderweg. En ja hoor… trein gemist. Gelukkig kon mijn vader ons met de auto brengen naar het station in de stad. Het was inmiddels bedtijd voor de zoon. Kwart over zeven.

In de auto was het warm en werd de zoon steeds bleker en ineens kwam de hele mislukte maaltijd – en nog een paar andere maaltijden – eruit. We stopten op een parkeerplaats van een Jumbo, een minuut voor sluitingstijd. M’n vriend rende naar binnen en kwam letterlijk twintig seconden later weer naar buiten met een pak keukenpapier. We zetten de zoon op de achterklep van de auto, kleedden hem uit, maakten hem schoon, met keukenpapier, water, natte doekjes. We gooiden z’n vieze kleren en luier in de achterbak. Deden hem schone kleren aan. Ik nam hem op schoot (want hij kon onmogelijk nog in het kotsstoeltje) en heel langzaam en voorzichtig reden we door naar het station.

Op het perron reed de trein voor onze neus weg, maar kreeg de zoon godzijdank langzaam weer wat kleur. Terug in onze eigen stad hollen naar de bus. De zoon heeft het gehad. We staan bepakt en bezakt met een zurig ruikende, nog steeds ietwat bleke, jengelende dreumes in de bus en ik voel hoe iedereen naar me kijkt. Ja, denk ik. Ik weet dat hij op bed hoort te liggen. Ik weet het echt. Maar álles ging mis vandaag. We hebben alles verkeerd ingeschat. En dit was niet hoe het moest gaan en ik kan wel janken en dat ga ik zo thuis ook doen. Maar alsjeblieft, oordeel niet. Ik doe mijn best. Ik doe ook maar gewoon mijn best.

Dus sorry, lief stel in de trein met jullie prachtige dochter. Sorry dat ik oordeelde. Ik weet niet wat eraan voorafging. Soms loopt het gewoon zo. Soms kun je niet anders. Dat weet ik nu.

Mail ontvangen bij een nieuwe blog? Schrijf je in:


 

 

One thought on “Het meisje in de trein

  1. Toen ik het las dacht ik: arme zoon. En arme dochter. Zo sneu voor hen. En dat bedoel ik niet vervelend naar de ouders toe. Met hen heb ik het ook te doen dat ze zich zo opgelaten voelen. Het is precies wat je zegt. Soms lopen dingen anders❤

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.